v./m. (-ken), elektrische klok die seconde-impulsen afgeeft die zijn afgeleid van een trillend kwartskristal.
(e) In tegenstelling tot mechanische uurwerken, waarbij de tijd wordt bepaald door het aantal perioden van een slinger of door de frequentie van de onrust, wordt bij een kwartsklok gebruikgemaakt van de resonantie van een kwartskristal (→kwartsoscillator).
Door deze oscillatorfrequentie (b.v. 106 Hz) door elektronische frequentiedelers te voeren, wordt de frequentie teruggebracht tot 1 Hz en op een mechanische of elektronische tijdaanwijzer aangesloten. Dit principe wordt veelvuldig toegepast in klokken waaraan hoge nauwkeurigheidseisen worden gesteld zoals voor navigatiedoeleinden, sport, snelheidsmetingen e.d. Moderne technieken met miniatuur elektronische schakelingen maken het mogelijk de afmetingen zodanig te reduceren dat kwartsklokken in polshorloges kunnen worden ingebouwd. Hoewel de nauwkeurigheid van kwartsklokken (1 op 106-1 op 109) voor de meeste toepassingen ruim voldoende is, vertonen zij op den duur een gering verloop door veroudering van de kristallen. Voor nog grotere nauwkeurigheden, zoals bij tijdstandaarden, moeten kwartsoscillatoren worden gecorrigeerd. Hiertoe vergelijkt men de kwartsoscillator met de resonantiefrequentie van bepaalde atomen. Men spreekt in dat geval van atoomstandaarden. →atoomklok.