v., in een organisatie het geheel van activiteiten, gericht op het vaststellen van de eisen waaraan een produkt of dienstverlening moet voldoen en van de mate waarin deze eisen zijn gerealiseerd.
(e) Beheersing van de kwaliteit vereist in eerste instantie een duidelijke omschrijving van de meetbare of te beoordelen kenmerken, die de kwaliteit bepalen. Vervolgens moet worden aangegeven binnen welke afwijkingen (tolerantiegrenzen) van genoemde kenmerken de kwaliteit nog als goed beoordeeld dient te worden. Tenslotte moeten de acties worden vermeld, die genomen moeten worden indien die grenzen worden overschreden. Op deze manier functioneert de kwaliteitscontrole als een regelsysteem. Afwijking van gestelde kwaliteitseisen doet acties ontstaan, die erop gericht zijn de afwijking teniet te doen. De kwaliteitscontrole in engere zin geschiedt door keuringen, hetzij van alle onderdelen of produkten, hetzij steekproefsgewijs (→steekproef). De theorie op grond waarvan de keuringen worden uitgevoerd en geïnterpreteerd, maakt deel uit van een vorm van toegepaste statistiek, de →statistische kwaliteitscontrole.