[→Lat.], o. (-en),
1. het vierde deel van een door twee onderling loodrechte lijnen, de assen, verdeeld vlak (afb.): een hoek in het eerste —, een hoek tussen 0—90°;cirkelsector die het vierde deel van een cirkeloppervlakte is;
2. astronomisch instrument (e);
3. (artillerie) hoekmeetinstrument gebruikt voor het instellen van de richtmiddelen van een kanon.
(e) Met het kwadrant kan men de hoogte (het complement van de zenitsafstand) bepalen (afb.) Het kwadrant is tot het einde van de 18e eeuw in gebruik gebleven en werd verdrongen door de spiegelsextant (→sextant).
