Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kurassier

betekenis & definitie

m. (-s), cavalerist, eertijds uitgerust met o.a. een kuras.

(e) De kurassiers vormden vroeger de zware ruiterij. Zo bestond de Poolse zware cavalerie in de middeleeuwen uit kurassiers en huzaren die samen de towarzirz (d.i. kameraden) vormden. Kurassiers werden veelal uit de adel gerekruteerd. Ze waren uitgerust met stalen kuras en helm, lans, sabel en boog en zeer rijk gekleed. Prins Maurits organiseerde in Nederland kurassiers bij de lichte cavalerie. Zij werden voorzien van kuras, pistool en zwaard.

In Frankrijk is in 1666 een regiment ‘cuirassiers du roi’ opgericht. In 1804 waren daar twaalf regimenten kurassiers waarbij de helm met manen werd ingevoerd. Kurassiers kwamen vóór de Eerste Wereldoorlog in de cavalerie van verschillende mogendheden voor. Nederland heeft in de eerste helft van de 19e eeuw enige regimenten kurassiers gehad (na 1841 waren zij echter voorgoed verdwenen).

In België werd in sept. 1830 een regiment kurassiers gevormd, dat in 1836 in twee regimenten gesplitst werd. Sinds 1863 vormden zij het 3e en 4e regiment lansiers.

< >