kruit

betekenis & definitie

o., explosieve stof die voor verschillende doeleinden als voortdrijvende lading wordt gebruikt, →buskruit, →springstof: — en lood, schietbehoeften; (fig. zegsw.) zijn — drooghouden, zich gereedhouden voor de strijd; met los — schieten, zonder scherp; rookloos, rookzwak —, dat lichte rook geeft; nog geen geroken hebben, nog niet in de oorlog zijn geweest; (fig.) ik heb al mijn verschoten, ben uitgeput, ik kan niets meer doen; zijn — op de mussen verschieten, woorden verspillen; ook in de zin van voorraad aan kruit: de lont in het steken, in het kruitmagazijn.