Noors-Ned. godsdiensthistoricus, *21.6.1867 Kristiansand, ♱25.9.1953 Leiden. Kristensen werd in 1901 hoogleraar te Leiden.
Hij wijdde zich vooral aan de studie van de godsdiensten van het oude Nabije Oosten, Griekenland en Rome. In tegenstelling met vele tijdgenoten was Kristensen gekant tegen evolutionisme, het zoeken naar een definitie van het ‘wezen’ van de godsdienst en naar ‘wetten’ van ontwikkeling; hij wilde slechts begrijpend ‘het geloof van de gelovigen’ beschrijven. Werken: Verz. bijdr. tot kennis der antieke godsdiensten (1947); Symbool en werkelijkheid (1954), Inleiding tot degodsdienstgesch. (1955), The meaning of religion (1960). LITT. J.Waardenburg (in: Classical approaches to the study of religion I, 1973).