Duits rooms-katholiek geestelijke en kerkhistoricus, *18.9.1840 Trier, ♱28.12. 1901 San Remo. Kraus werd in 1872 hoogleraar te Straatsburg en in 1878 te Freiburg.
Hij werd de grondlegger van de christelijke archeologie en kunstgeschiedenis in Duitsland. In de politiek ijverde Kraus voor de verzoening tussen kerk en staat. Hij keerde zich tegen ultramontanisme, pauselijk absolutisme en kerkelijke centralisatiepolitiek, waardoor hij behoorde tot de zgn. Reformkatholiken in Duitsland. Werken: Lehrbuch der Kirchengesch. (4 dln. 1872-74), Gesch. der christl. Kunst (2 dln. 1895 — 1900).
Uitgave: Tagebücher, door H. Schiel (1957; op kerkelijk bevel uit de handel genomen).LITT. H.Schiel, F.X.Kraus und die Tübinger kath. Schule (1958).