v./m. (mv.), Thomisidae, familie van geleedpotigen (orde spinnen), gekenmerkt door
lange voorpoten, korte achterpoten, en het vermogen om snel zijwaarts te lopen.
(e) In kleur zijn krabspinnen vaak opvallend goed aangepast aan de ondergrond waarop zij leven: bruine soorten op de grond en op dor blad; grijs gevlekte soorten op boomstammen met korstmossen; fel gekleurde soorten op bloemen (Misumena varia). Krabspinnen bouwen geen web, maar wachten stilzittend op hun prooi. Tijdens het paringsritueel spint het mannetje het wijfje met enkele draden aan de ondergrond vast voordat de eigenlijke paring plaatsvindt.