Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kous

betekenis & definitie

v./m. (-en),

1. een van de twee gelijkvormige kledingstukken die dienen tot bekleding van het been en de voet, en naar de vorm daarvan vervaardigd (e): wollen, nylon, zijden kousen; de kousen aan-, uittrekken; afgezakte kousen; korte —, sok; op (zijn) kousen lopen; vroeg in de kousen zijn; hij denkt met kousen en schoenen aan in de hemel (of: er) te komen, op gemakkelijke wijze zijn doel te bereiken; met de — op de kop thuiskomen, niet geslaagd zijn, van een vergeefse reis (m.n. met schade en schande) terugkomen; hij kreeg de — op de kop, zijn onderneming mislukte, m.n. hij liep een blauwtje; hij wil het naadje van de — weten, het fijne van de zaak; daarmee is de af, daarmee is alles gezegd of gedaan, er valt verder niets meer te bespreken of te doen;
2. (niet als kledingstuk) b.v. gebruikt om overgespaard geld in te bewaren; vandaar: een maken, geld overleggen;
3. pit, katoen in een olielamp, petroleumstel enz. (e);
4. (scheepsterm) lederen kabelbekleedsel;
5. metalen, open of gesloten ring in een oogsplits of een lus in een touw, ter versterking en tegen het doorslijten;
6. (scheepsterm) ruimte binnen een opgeschoten tros e.d.;
7. huls, slang.

(e) KLEDING. De eerste kousen waren van leder. Ca.1500 kwamen de eerste gebreide kousen in zwang, die in Engeland onder koningin Elisabeth I grote populariteit kregen. In 1589 vond de Engelsman William Lee de eerste breimachine uit voor het vervaardigen van kousen. Daarna maakte deze Engelse industrie een grote opgang; van 1850—1940 was Oost-Duitsland het belangrijkste centrum. Dameskousen werden vroeger vervaardigd van katoen, wol, rayon en zijde, tegenwoordig gebruikt men nagenoeg uitsluitend dunne nylongarens als grondstof. Kousen die op vlakke breimachines (→cottonbreimachine) geproduceerd worden, bezitten door het minderen en meerderen dat daarbij plaatsvindt, de beste pasvorm.

Na het breien moeten ze worden dichtgenaaid: deze kousen vertonen dus een naad. Rondbreimachines vervaardigen kousen zonder naad. Beide soorten moeten na het breien nog veelvuldige nabewerkingen ondergaan, oa. het vormen en het verven. De dunheid van het nylongaren en de precisie waarmee de breimachines moeten werken, maken controles op fouten tijdens het produktieproces noodzakelijk. Omdat kousen op rondbreimachines aanzienlijk goedkoper kunnen worden geproduceerd dan op vlakke machines, zijn de kousen met naad nagenoeg verdrongen door naadloze. Wanneer twee nylonkousen een eenheid vormen met een broekje van hetzelfde materiaal, noemt men dat geheel een panty.

Deze heeft het dragen van losse kousen vrijwel geheel verdrongen. LITT: A.W.Eley, Stockings (2e dr. 1953); G.Mann e. a., Rechts-Links-Kleinrundstrickmaschine (1963).

TECHNIEK. Een kous is meestal buisvormig gevlochten, geweven of gebreid uit garens van natuurlijke en/of synthetische vezels. Deze produkten worden o.a. gebruikt voor het vervaardigen van slangen door ze te versterken met kunststoffen of te vulcaniseren met rubber. Gevlochten constructies zonder versterking worden dikwijls gebruikt als veter.

Als pit in olieof petroleumlampen wordt een smalle vlakke of om een koord buisvormig gevlochten of geweven constructie gebruikt.

< >