o. (-en), voorste begrenzing van koude luchtstroming.
(e) Op de weerkaart wordt een koufront aangegeven met een blauwe lijn of een lijn voorzien van driehoekjes, die wijzen in de richting waarin het front beweegt. Het passeren van een koufront gaat gepaard met afkoeling, een plotselinge windverandering en meestal ook met bewolking en neerslag. De neerslag is dikwijls kort maar hevig, en heeft vaak een buiig karakter. In de zomer gaan de buien vaak met onweer en hagel en soms ook met hoosverschijnselen gepaard. Driedimensionaal gezien wordt de koude lucht begrensd door het koufrontvlak, dat het aardoppervlak snijdt in het koufront. Het koufront helt achterwaarts.
De hoek met het aardoppervlak varieert sterk. Meestal schuift de koude lucht zich als een wig onder de warme lucht, die daardoor tot opstijgen gedwongen wordt, waarbij bewolking en neerslag ontstaan.