[Gr. polites, burger], m. (—en), iemand die de gehele wereld als zijn vaderland beschouwt en geen nationale bekrompenheid, voorliefde of vooroordelen heeft; wereldburger; (biologie) soort die over de gehele wereld voorkomt (e).
(e) DIERGEOGRAFIE. Het →areaal van een oceanische kosmopoliet loopt van noordpool naar Antarctica in alle oceanen; een op het land levende kosmopoliet komt voor in alle subregio’s. Vroeger werd aangenomen dat dit vrij algemeen voorkwam, maar het is gebleken dat het vaak een groep van zeer nauw verwante soorten betreft die elkaar opvolgen in de verschillende gebieden. Kosmopolieten treft men voornamelijk aan onder vogels en zeebewoners.
PLANTENGEOGRAFIE. Voorbeelden van kosmopolieten zijn riet (Phragmites australis) en adelaarsvaren (Pteridium aquilinum). Kosmopolieten zijn niet zeer talrijk. Men treft ze vooral aan onder de waterplanten, de door de mens ongewild verbreide onkruiden en de micro-organismen.