Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

koninklijk wapen

betekenis & definitie

wapen gevoerd door de koning; als koninkrijkswapen gevoerd door de regering van het koninkrijk en haar rechtstreeks gemachtigden. België.

Het koninklijk wapen werd bij KB op 17. 5.1837 vastgesteld door koning Leopold i en bestaat uit twee versies, een groot wapen en een klein wa pen. Het klein wapen wordt gevormd door een zwart schild, waarop een gouden leeuw. Het schild is gedekt met een koninklijke kroon, voorzien van rode voering, waarvanaf aan weerskanten zilveren, goud gezoomde en van franje voorziene linten han gen. Rond het schild hangt als uitwendig versiersel de keten van de Leopoldsorde met ordekruis en achter het schild zijn kruislings twee gouden scep ters geplaatst, rechts voorzien van een Hand der Gerechtigheid en links van de Wapenleeuw. Onder aan een rood lint met in gouden letters L’UNION FAIT LA FORCE aangebracht (in het Ned.talig ge bied ook wel EENDRACHT MAAKT MACHT). Het groot wapen heeft een zelfde schild, ordeteken, scepters en wapenspreuk, maar het schild is gedekt met een gouden helm, waarop de koninklijke kroon prijkt.

Aan weerskanten van het schild fungeert een aanziende leeuw in natuurlijke kleuren als schild houder, die elk in een der poten een vaandelstok vasthouden waaraan de Belg. nationale vlag, met gouden franje langs drie zijden, is bevestigd. De leeuwen en het schild rusten op een gouden voet stuk. Achter dit geheel is een draperievormige man tel van hermelijn geplaatst, overkoepeld door de koninklijke kroon. Achter de mantel vandaan ko men negen vaandelstokken tevoorschijn, waaraan, voorzien van gouden franje, de wapenvlaggen van de negen Belg. provincies, met als middelste Bra bant bij wijze van schild geplaatst op een driebanige en van twee slippen voorzien vaandel in de Belg. kleuren. Het eerste koninklijke wapen dat de basis vormde voor het huidige wordt aangetroffen op een vlag die Leopold i op 17.9.1834 aan de ‘Grande Harmonie’ van Brussel schonk (thans in het ge meentemuseum te Brussel bewaard). De wapen spreuk is ontleend aan die van de Zeven Verenigde Provinciën en meestal in het Latijn gehanteerd: CONCORDIA RES PARVAE CRESCUNT.LITT. M.Servais, Armorial de Belgique (1955); R. Harmignies, Les armoiries de Léopold 1er (in: Le Parchemin 61, 1960).

Nederland. Het koninklijk wapen werd bij KB op 24.8.1815 vastgesteld door koning Willem i en op 10.7.1907 en 13.7.1909 op onderdelen gewijzigd en verbeterd, en bestaat uit een blauw schild, bezaaid met gouden blokjes, waarop een gekroonde leeuw van goud, de ene klauw een zilveren zwaard met gouden gevest zwaaiend, de andere klauw een bun del van zeven gouden pijlen omklemmend, en onder het schild een blauw lint waarop met gouden letters de spreuk JE MAINTIENDRAI. De leeuw in het wapen en de wapenspreuk werden ontleend aan het wapen van het Huis Nassau; kroon, zwaard en pijlen zijn afkomstig van de wapenleeuw van de Repu bliek.

Als uitwendige versierselen kunnen aan dit wapen worden toegevoegd (maar zijn noch voor het ko ninklijk, noch voor het rijkswapen bindend voorge schreven) twee schildhoudende leeuwen en een koninklijke kroon als schilddekking. Het geheel kan als koninklijk wapen bovendien worden geplaatst op een draperievormige mantel van hermelijn, waarboven wederom de koninklijke kroon.

LITT. M.A.Beelaerts van Blokland, Titulatuur, standaarden en wapens van het Koninklijk Huis (in: De Hoge Raad van Adel, Heraldiek enz., 1966).

< >