(het accent wisselt), m. (mv.), Trochilidae, vogelfamilie, behorende tot de orde gierzwaluwach tigen.
(e) De familie kolibries omvat ruim 300 soorten. De reuzenkolibrie (Patagona gigas) bereikt een lengte van ruim 20 cm. De dwergkolibrie (Calyptehelenae) is met een lengte van ca. 6 cm het kleinste vogeltje ter wereld. Meestal hebben zij een slank lichaam en een zeer lange, gaffelvormige staart. De snavel is dun en priemvormig, soms langer dan het lichaam. De vleugels zijn lang en smal.
Het zijn zeer snelle vliegers. Zij kunnen door de vleugels pijlsnel te be wegen ook voor een bloem in de lucht blijven ‘staan’. Het verenkleed is meestal schitterend van kleur. De tong is zeer lang en kan ver uitgestoken worden. De dieren zuigen hiermee de honing en zijn daardoor zeer belangrijke overbrengers van stuifmeel. Verder voeden zij zich ook met insekten.
Het verspreidingsgebied omvat Noord, Midden en ZuidAmerika. De meeste soorten zijn gebonden aan tropische en subtropische laaglandgebieden, maar sommige kolibries komen tot aan de sneeuw grens voor.
LITT. C.H.Greenewalt, Hummingbirds (1960).