Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kolder

betekenis & definitie

m., 1. hersenziekte bij paarden, runderen en schapen (e); stille , algemene gevoelloosheid; razende, dolle —, regelmatige aanvallen van dol heid, die een kwartier tot een half uur duren; (oneig.) de in het hoofd krijgen of hebben, op hol slaan;

2. (overdr.) gemoedsgesteldheid waarin men dwaasheden doet; dwaasheden, onzin;
3. m.n. op zettelijke onzinnigheid als litteraire vorm, nonsens.

(e) De kolder wordt bij dieren veroorzaakt door een aandoening aan de hersenen of hersenvliezen. Tre den hierbij excitatie en opwinding het meest op de voorgrond, dan spreekt men van razende kolder; zijn echter de verschijnselen van depressie, van loomheid, van sufheid het meest in het oog vallend, dan spreekt men van stille kolder. Razende kolder is altijd een acute aandoening, terwijl stille kolder meestal het gevolg is van een chronische hersenaan doening.

< >