(afk. van Koeznetskij Bassein), econo misch gebied in de USSR aan de voet van de Altaj, 357000 km2, 5,6 mln. inw. (waarvan 69 % stedelijk), bestaande uit de oblast Kemerovo en het Altaj Kraj. In geografische, geologische en historische zin is het de industrie en mijnbouwstreek tussen Salair Ge bergte en AlaTau, uitlopers van de Altaj, door stroomd door de Tom, ongeveer overeenkomend met de oblast Kemerovo (95500 km2, 2,9 mln. inw. waarvan 86 % in steden).
De belangrijkste steden zijn Novokoeznetsk (vm. Stalinsk en Koeznetsk), Prokopjevsk, Leninsk Koeznetskij, Kemerovo, AnzjeroSoedzjensk. De kolenvoorraad (905 mln. t, waarvan 804 mrd. t direct winbaar is) is qua kwaliteit de eerste van de USSR. De kolenproduk tie bedroeg in 1976 ca. 139 mln. t, d.i. 19,8 % van de Sovjetproduktie. Andere mineralen zijn zink, ijzer, barium, goud, arsenicum, mangaan, bauxiet en fosforiet. De industrie bestaat uit metallurgie, chemicaliën, produktie van machines en bouw materialen.
Het OeralKoeznetscombinaat, dat ca. 1935 Koezbass met de Oeral verbond, was voor de ontwikkeling van de industrie zeer belangrijk. Het is gedeeltelijk vervangen door verbindingen met meer nabijgelegen ijzerertsgebieden.