m. (s), torenvormige koelinrichting voor het af koelen van warm koelwater.
(e) In een koeltoren wordt aan koelwater, dat warm geworden is bij zijn toepassing, maar opnieuw ge bruikt moet worden omdat er b.v. te weinig (koud) water in de omgeving voorhanden is, warmte ont trokken. Dit gebeurt door het water in intensief contact met de buitenlucht te brengen door het te versproeien in fijne druppels of door het te verdelen over een groot oppervlak. Het koelend effect komt hoofdzakelijk tot stand door verdamping van een klein gedeelte van het water, waarbij de verdam pingswarmte aan het resterende water wordt ont trokken. De benodigde luchtstroom door de koelto ren wordt opgewekt door ventilatoren of vindt plaats door natuurlijke trek, waarvoor het bovenste deel van de toren moet worden uitgevoerd als vrije ruimte van voldoende lengte. Dit treft men aan bij de bekende hyperboloïde koeltorens van grote capaciteit en afmetingen. Het afgekoelde water ver zamelt zich in een reservoir onderin de koeltoren en wordt, onder toevoeging van enig vers water, op nieuw gebruikt. Om afzettingen van bestanddelen uit het water in de koeltoren en algengroei te voor komen, moeten in het circulerende water bepaalde chemicaliën worden gedoseerd,
