Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

koelmiddel

betekenis & definitie

o. (en), medium dat in een koelma chine circuleert voor het opwekken en in stand hou den van een lage temperatuur.

(e) Door de vele eisen die aan koelmiddelen worden gesteld, is het aantal stoffen, dat in koelmachines toepassing vindt, vrij beperkt. In grote installaties wordt overwegend ammoniak als koelmiddel ge bruikt, hoewel dit zeer giftig en in bepaalde meng verhoudingen met lucht ook explosief is. De gunsti ge thermodynamische eigenschappen en de lage prijs hebben dit koelmiddel echter door de jaren heen een belangrijke plaats doen behouden.

Een groep van koelmiddelen, die voor de ontwikke ling van de koeltechniek van zeer grote betekenis is geweest, zijn de gehalogeneerde koolwaterstof fen. Deze koelmiddelen die niet giftig, niet corrosief en onbrandbaar zijn, worden onder verschillende handelsnamen (b.v. freon, arcton) op de markt ge bracht. De vele varianten, die in de loop der jaren van deze koelmiddelen zijn ontwikkeld, worden aangeduid met een code. Het meest bekend zijn R(efrigerant) 12, R 22, R 502 en R 11. R12 wordt bijna uitsluitend gebruikt voor kleine koelinstalla ties, zoals koelkasten, cellen, ruimten, verkoop meubelen. R 22 heeft een wat hogere dampspanning dan R12 en is daarom geschikt voor koudeopwek king bij nog lagere temperatuur dan door R12 wordt bestreken.

R 502 (azeotropisch mengsel van twee koelmiddelen) wordt eveneens gebruikt voor het opwekken van lage temperaturen zoals in diep vriescellen en kisten. Het heeft enkele gunstige eigenschappen zoals een relatief lage eindcompres sietemperatuur bij hoge compressieverhouding. R11 is een lagedrukkoelmiddel, dat daarom alleen wordt gebruikt in installaties met turbocompresso ren.

< >