Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kluister

betekenis & definitie

v./m. (s),

1. boei: iemand in de kluisters slaan; de kluisters aanleggen; meestal in fig. gebruik in verheven stijl, als omschrijving voor dwang en tirannie: toen recht en vrijheid in geheel Europa aan kluisters lagen;
2. (dierenhouderij) korte riem met gesp en voorzien van een ijzeren ring (e).

(e) Kluisters worden o.a. gebruikt om paarden neer te leggen of hun bewegingsvrijheid te beperken. In het eerste geval worden de kluisters aan de ondervoet van vier benen aangebracht en wordt een touw, dat door de vier ringen loopt, aangetrokken. In het tweede geval worden b.v. twee benen door een kort touw met elkaar verbonden.

< >