Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

klopper

betekenis & definitie

m. (s),

1. iemand die klopt, m.n. op een deur; porder; drijver bij een drijfjacht;
2. iets dat of waarmee men klopt; matteklopper; slagof merkstempel;
3. deurklopper, metalen bout of ring die aan een deur hangt en, opgetild en losgelaten, op een metalen knop valt;
4. ontvangtoestel waarbij de seintekens op het gehoor moeten worden opgenomen;
5. kribbebijter (paard).

< >