Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kloosterhof

betekenis & definitie

m. (hoven), aan drie of vier zijden door een kloostergang omgeven rechthoekig of vierkant plein, dat tot begraafplaats diende.

→ In vroegchristelijke tijd lag de kloosterhof voor de kerk (atrium), later er naast. In de kloosterhof bevond zich ook het puthuis of de fontein en een wasplaats (lavabo) of een scheerhuis (tonsura). Bij grote abdijen waren twee kloosterhoven aanwezig. LITT: W.Braunfels, Abendländische Klosterbaukunst (1969).

< >