m., 1. de kunst om met de drukpers drukwerk in verschillende kleuren te maken (e); 2. in kleuren gedrukt drukwerk.
(e) De term kleurendruk (ook chromotypie, bij hoogdruk) wordt vooral gebruikt voor driekleurenof vierkleurendruk. Bij driekleurendruk worden de natuurlijke kleuren zo dicht mogelijk benaderd door het achtereenvolgens drukken van speciaal hiervoor vervaardigde drukvormen met inkten in de resp. hiervoor vastgestelde tinten geel, magenta en cyaan. De drukvormen worden verkregen door het origineel (of een kleurenfoto daarvan) achtereenvolgens door een blauw, groen en rood filter op te nemen. De blauwfilteropname levert de gele drukplaat, het groenfilter de magentaen het roodfilter de cyaandrukplaat. De beperkingen van het kleurendrukprocédé liggen in de spectrale samenstelling van de beschikbare inkten en de beperkte contrast omvang van de bekende drukprocédés. Vierkleurendruk is gelijk aan driekleurendruk, alleen wordt hierbij het contrast in de schaduwpartijen verhoogd door toevoeging van een zwarte drukvorm. Bij de kleurweergave speelt deze drukvorm echter geen rol.