Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kleilei

betekenis & definitie

o., (ook: leisteen, argilliet), een in alle formaties veel verbreid metamorf bezinkingsgesteente.

(e) Kleilei ontstaat uit kleischalie wanneer deze door gerichte druk zgn. druksplijting heeft verkregen, waardoor het gesteente gemakkelijk in dunne platen kan worden gespleten. De daken schrijfleien behoren ertoe en geven een goede indruk van het uiterlijk van deze gesteenten. Bij microscopisch onderzoek blijkt kleilei te bestaan uit zeer fijne korreltjes kwarts, glimmer en chloriet. Door metamorfose heeft een begin van nieuwvorming van mineralen plaatsgehad; bij verder voortgeschreden nieuwvorming zijn de splijtvlakken met glimmerblaadjes belegd (glanskleilei of fylliet). Dunsplijtbare soorten gebruikt men als dakbedekking, diksplijtbare als wandbekleding en biljarttafelblad. Van hardere soorten maakt men vloertegels, wanden gevelbekledingen, schoorsteenmantels e.d.

De kleur loopt nogal uiteen van donkerblauw-grijs tot rood. De kleur hangt o.a. af van de aanwezigheid van koolstof (zwart) en ijzer (blauw, groen, rood).

< >