v./m. (-platen), spangereedschap op de hoofdas van een draaibank, waarin een werkstuk gecentreerd vastgeklemd wordt met radiaal verplaatsbare klauwen.
(e) Een klauwplaat heeft twee, drie of vier klauwen, meestal geschikt voor zowel uitals inwendig (van b.v. busvormige werkstukken) klemmen. Ze worden met een sleutel gelijktijdig (zelfcentrerende klauwplaat), soms elk afzonderlijk (b.v. voor nietcilindrische werkstukken), verplaatst. De klauwen kunnen omkeerbaar zijn en dan door hun excentrische constructie werkstukken met grote boring inwendig klemmen. →spangereedschap.