o. (-en), (ook: vleugelslagvliegtuig), vliegtuig waarbij de draagkracht door het op en neer bewegen van de vleugels wordt opgewekt.
(e) Aangezien de mens alleen dieren met bewegende vleugels kende, heeft hij zich aanvankelijk alleen op het klapvleugelvliegtuig geconcentreerd. Het gewicht (en daarmee het beschikbare vermogen) van borsten beenspieren ten opzichte van het totale gewicht van de mens is te gering om een vlucht van langere duur dan enkele minuten uit te voeren, terwijl een mechanisch bewegen van de vleugels een te ingewikkelde, zware constructie vereiste.
De oudst bekende vliegende dieren, de Pterosauria, reptielen met vaste vleugels die zweefvluchten uitvoerden, stierven aan het eind van het Krijt uit. De oplossing voor het vliegvraagstuk, nl. Vaste vleugels’, werd pas in het begin van de 19e eeuw door sir George →Cayley aangegeven.