naam van twee natuurkundige wetten die betrekking hebben op de stroomsterkten in netwerken, en die het mogelijk maken deze zelfs in zeer ingewikkelde gevallen te berekenen.
De eerste wet heeft betrekking op een knooppunt K van stroomgeleiders en zegt, dat de door enkele geleiders naar K toegevoerde stromen door andere geleiders weer afgevoerd moeten worden. Als b.v. door drie draden resp. de stromen i1 i2 en i3 naar K toegevoerd worden, terwijl twee andere draden de stromen i4 en i5 van K wegleiden, dan is i1 + i2 + i3 = i4 + i5. Telt men de stromen naar K toe positief, die van K af negatief, dan veranderen i4 en i5 van teken, en men krijgt i1 + i2 + i3 + i4 + i5 = 0, of afgekort Σ = 0.
De tweede wet heeft betrekking op een gesloten kring (die een onderdeel van een ingewikkeld net kan zijn). Deze zegt dat men, de kring eenmaal rondlopend van een punt tot datzelfde punt, en daarbij punten passerend van telkens andere potentiaal, tenslotte toch weer op dezelfde potentiaal terecht komt waarvan men was uitgegaan. Anders gezegd is bij zo’n rondgang de som van alle potentiaalstijgingen gelijk aan de som van alle potentiaaldalingen.