Amerikaans predikant en negerleider, *15.1.1929 Atlanta (Georgia), ♱(verm.) 4.4.1968 Memphis (Tennessee). King was baptistisch predikant te Montgomery (Alabama).
Sinds 1955 propageerde hij geweldloos verzet tegen de scheiding van negers en blanken in het zuiden van de VS (→negervraagstuk). Zijn eerste succes boekte hij in 1956, toen het Opperste Gerechtshof rassenscheiding in het openbaar vervoer onwettig verklaarde. King werd voorzitter van de Southern Christian Leadership Conference, die zich tot een belangrijke negerorganisatie ontwikkelde. In de jaren zestig zette King zijn strijd voor gelijke rechten voort, waarbij m.n. enkele grote protestmarsen (Birmingham 1963, Washington 1963 en Selma 1965) veel aandacht op de beweging vestigden. In 1964 ontving King de Nobelprijs voor de Vrede. Na 1965 verloor King de steun van een aantal negerorganisaties van jongeren, die tegenover zijn geweldloosheid de radicale actie tegen de gevestigde orde stelden.
De aanslag in Memphis, die King’s dood betekende, was de twintigste in successie. Werken: Stride towards freedom (1958), Strength to love (1964), Why we can’t wait (1964), Where do we go from here: chaos or community ? (1967), The trumpet of conscience (1969).LITT: Coretta King-Scott, My life with M.L.King (1969); L.G.Davis, I had a dream (1973); K.L. Smith en I.G.Zepp, Search for the beloved community: the thinking of M.L.King (1974); A.F. Westin en B.Mahoney, The trial of M.L.King (1974).
