m. (-ken), kwaadaardige figuur, waarmee kinderen bang werden gemaakt en afgehouden van verboden zaken.
(e) De kinderschrik is in Nederland onder allerlei namen bekend. Alleen al in de prov. Noorden ZuidHolland geeft de volkskundekaart 1958 o.a.: bullebak (Manneken Haak) boeman, krulleboes, krulleman, Heintje Pik, lange Met, lange Griet. In Friesland zijn o.a. bekend: boezehappert, walhond, Antje met het wiel. Hoewel gebruikt in een primitieve opvoedkunde, kan er een mythologische achtergrond (b.v. van bullebak als oorspronkelijk een watergeest) zijn, al is die in de romantische volkskunde sterk overtrokken.
LITT: J.J.Voskuil, Volkskundeatlas voor Ned. en Vlaams België II (1965); S.J.van der Molen, Hoe ald is Antsje-mei-it-tsjil? (in: Ta de Fryske folkskunde II, 1974).