v./m. (-en), (ook: volksprent), prent die oorspronkelijk tot lering en vermaak van kinderen en volwassenen was bestemd.
(e) Kinderprenten beperkten zich pas in de 19e eeuw tot uitsluitend de kinderwereld. De oorsprong ervan is onbekend. Men sneed oorspronkelijk de gehele prent met onderschrift in één blok hout. Daarna gaf men de tekst in drukletters en sneed voor de prenten met kleine taferelen rijen van blokken of zoveel blokken als er taferelen waren. De verschillende landen namen de voorstellingen van elkaar over. Kopergravures waren uitzonderingen.
Men had met waterverf gekleurde en ongekleurde prenten. Het latere kleuren met de pers kwam de prenten niet ten goede.
In compositie, techniek en kleur draagt de Ned. prentkunst een zeer oorspronkelijk karakter. Vóór 1585 was Antwerpen het centrum van de Ned. prenten. Thema’s: heiligen, kinderspelen, beroepen en ambachten, het alfabet, spreekwoorden, de boerenkermis, de twaalf maanden, de verschillende standen in klederdracht (floskaartjes), luilekkerland, trekof koningsbrieven en kronen voor het Driekoningenfeest, Jan de Wasser en Tijl Uilenspiegel. In alle landen was de trap des levens populair. In de 17e eeuw werd Amsterdam de voornaamste leverancier. Bijbelse taferelen vervingen in NoordNederland de Zuidned. prenten van Christus en de heiligen.
Voorts gaf men grote afbeeldingen van Oranjevorsten, zeeslagen, volksfeesten, de kermis, de gildeos, de grote haan, de grote hond en de grote kat. Reeksen van kleine taferelen beelden het meisjesleven van doop tot huwelijk af, de lotgevallen van vagebonden, het dagelijks leven van de dienstmeisjes. De tweeregelige rijmpjes onder de voorstelling zijn dikwijls plat en onbeholpen. De Ned. 16e—17e eeuwse prenten zijn zeer zeldzaam en bijna uitsluitend uit kopieën bekend. In het begin van de 19e eeuw kwamen er nieuwe onderwerpen: feiten uit de vaderlandse geschiedenis en de sprookjes van Moeder de Gans. Toen men de steendruk ging toepassen (ca. 1830) , was de prentkunst echter reeds in verval.
Na 1840 verschenen er alleen nog prenten zonder adres van uitgever of boekverkoper. Belangrijke prentenverzamelingen zijn die van Van Heurck (Museum voor Folklore, Antwerpen), Boekenoogen (Openluchtmuseum, Arnhem) en Waller (Rijks Prentenkabinet, Amsterdam). LITT. M.de Meyer, De volksen kinderprent in de Nederlanden (1962).