m. (-s),
1. (ook: kikvors) Rana, een geslacht van amfibieën (e); (zegsw.) springen als een –; zo koud als een –, frigide; hij zit daar als een – op een kluitje, alleen en zonder ruimte van beweging; je kunt geen veren plukken van een –, dat is iets onmogelijks; er zit een – in mijn keel, ik kan niet goed spreken, ben hees;
2. houten of metalen wervel die dient om luiken, ook wel schuiframen vast te zetten;
3. dubbele haak, klamp met twee uitsteeksels, op schepen, tegen een stijl of paal aangebracht om daaraan een touw vast te zetten; soort van draadklem (voor het spannen van draad);
4. automatische grondstamper.
(e) De groene kikker, Rana esculenta, is een van de vier in Nederland voorkomende soorten van dit geslacht (→amfibie); ook in België komt deze soort voor. Hij is overal aanwezig waar geschikt water is: sloten en niet al te grote plassen met een goede vegetatie van waterplanten. De groene kikker is een echt waterdier, dat praktisch zijn hele leven in of bij het water doorbrengt. In tegenstelling tot de →bruine kikker en →heikikker zal hij zich nooit ver verwijderen van het water waarin hij woont. Deze soort wordt niet veel langer dan 10 cm. De dieren zijn groen met een geelgroene rugstreep.
De mannetjes bezitten uitwendige kwaakblazen, die tijdens het kwaken als kleine, witte ballonnetjes aan de mondhoeken zichtbaar worden. Het kwaken gebeurt altijd in grote groepen en dank zij deze ‘zang’ wordt deze soort ook wel boerennachtegaal genoemd. De voortplanting begint in mei. De eieren worden in klompen op de bodem van het water afgezet (kikkerdril). De larven kunnen aan het eind van de zomer de gedaanteverwisseling ondergaan, maar het is ook mogelijk dat zij als larve in het water overwinteren. Het voedsel van de groene kikker bestaat uit allerlei insekten, wormen en slakken, maar ook kleine soortgenoten worden gegeten.
Deze soort komt voor in West-, Middenen Oost-Europa. Op sommige plaatsen komt zij voor naast de grote groene kikker.
De grote groene kikker, Rana ridibunda, lijkt sterk op de groene kikker (maar is b.v. groter, tot 15 cm). Deze soort is pas sinds kort met zekerheid in Nederland bekend; in België is deze soort niet met zekerheid bekend. Evenals de groene kikker is het een waterbewoner, maar hij geeft de voorkeur aan grote open wateren met weinig begroeiing, dus plassen en vaarten. Zijn grotere formaat blijkt ook uit zijn menu, dat behalve insekten ook andere kikkers, kleine zoogdieren en jongen van watervogels omvat. Het verspreidingsgebied van deze soort beslaat hoofdzakelijk Middenen Oost-Europa, maar ook in de aangrenzende delen van Turkije, op het Iberisch schiereiland en in Noordwest-Afrika komt hij voor.