o. (-en), ieder van de drie lagen, waarin de in het zeer jonge embryo aanwezige cellen zich rangschikken.
(e) De drie kiembladen ontstaan door de gastrulatie. Men onderscheidt een buitenste (ectoderm), middelste (mesoderm) en binnenste kiemblad (entoderm). Ieder kiemblad levert bij de normale ontwikkeling bepaalde organen: het ectoderm levert huid, zenuwstelsel en zintuigen; het mesoderm bindweefsel, geraamte, spieren, bloedvaatstelsel en geslachtsen urine-apparaat; het entoderm longen, maag-darmkanaal en de ermee samenhangende klieren (lever, alvleesklier).