Ned. schilder, beeldhouwer en bouwmeester, *15.5.1565 Utrecht, †15.5.1621 Amsterdam; vader van T.de →Keyser. De Keyser was waarschijnlijk een leerling van Cornelis →Bloemaert.
Hij is de vernieuwer van de bouwkunst in de geest der antieken. In 1591 werd hij burger van Amsterdam, in 1594 stadsarchitect. Van zijn bouwwerken zijn te noemen te Amsterdam: de Beurs (aan het Rokin, in 1838 afgebroken), waarvoor hij in 1607 een studiereis naar Londen gemaakt had om daar de beurs te bestuderen, de Zuiderkerk, de Noorderkerk, de Westerkerk, het Oost-Indisch Huis, het Bushuis (thans universiteitsbibliotheek);te Delft: het Raadhuis. Hij schiep het typische protestantse kerkgebouw, dat kon wedijveren met de rooms-katholieke kathedralen: een dwarsschip, omgeven door vrije gangen en twee transepten. Zijn beroemdste beeldhouwwerk, in samenwerking met zijn zoon Pieter, is het grafmonument voor Willem de Zwijger in de Nieuwe Kerk te Delft, waarvan het kleimodel zich in het Rijksmuseum te Amsterdam bevindt.
Uitgave: Architectura moderna ofte bouwinge van onzen tijt, door C.Danckerts (1631).
LITT: E.Neurdenburg, H.de Keyser, beeldhouwer en bouwmeester van Amsterdam (1930); F.A.J. Vermeulen, Handboek tot de gesch. der Ned. bouwkunst III (1941); E.Neurdenburg, De 17e-eeuwse beeldhouwkunst in Noord-Nederland (1948).