m. (-noten), (hist.) bijzitter van de landrechter in Overijssel en Drenthe.
(e) De keurnoten traden op als vertegenwoordigers van de meetellende bevolking van een rechtskring, gewoonlijk twee in getal. Zo was in Overijssel het kerspelgerecht samengesteld uit de rechter met twee keurnoten alsmede de omstanders (de buren), die bij monde van een ‘ordelwijzer’ vonnis wezen.