v./m. (-en), catenaria, vorm, die een volkomen buigzame ketting van constante dichtheid aanneemt, als hij aan zijn uiteinden vrij is opgehangen.
(e) De vorm van de kettinglijn is zo dat het zwaartepunt van de ketting zo laag mogelijk komt te liggen. De vergelijking van een kettinglijn ten opzichte van een rechthoekig coördinatenstelsel xOy waarvan de y-as door het laagste punt A(0,a) van de kettinglijn gaat en waarvan de x-as evenwijdig is aan de raaklijn in dat punt is:
y=acosh x/x=a/2 (ex/a + e-x/a).
Als een parabool met parameter p over een rechte lijn rolt, beschrijft het brandpunt een kettinglijn met a =½p. Laat men de kettinglijn om de x-as wentelen dan ontstaat de catenoïde.