v./m. (-n, -s), neerslag van het kerkelijk belijden en leven, in juridische vorm.
(e) De oudste kerkorde, de →Didachè, dateert uit de 2e eeuw. Van later datum zijn de →Didascalia Apostolorum (eerste helft 3e eeuw) en de →Apostolische Constituties (ca.380). De middeleeuwse kerk vond haar kerkorde in het →Decretum Gratiani (1140), dat later overging in het →Corpus Iuris Canonici, sinds 1918 -r-Codex Iuris Canonici geheten. In de kerken van de Reformatie ontwikkelden zich eveneens diverse kerkorden, voor de Nederlanden b.v. vastgesteld door de Synode van Dordrecht (1618); de →Dordtse kerkorde is, aangepast in 1959 aan moderne omstandigheden, nog steeds van kracht in de Gereformeerde Kerken in Nederland. De Ned.-Hervormde Kerk kreeg in 1816 een Algemeen Reglement, dat in 1951 werd vervangen door een nieuwe kerkorde.
LITT: A.J.Bronkhorst, Schrift en kerkorde (1947); T.Haitjema, Ned.-herv. kerkrecht (1951); D.Nauta, Verklaring van de kerkorde van de Geref.Kerken in Nederland (1971).