Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kerfstok

betekenis & definitie

m. (-ken), (ook: kerfhout), een lang, plat, geschaafd stokje, ongeveer als een liniaal, maar wat dikker, waarop door kerfjes of insnijdingen aangewezen werd hoeveel broden, pinten melk enz. de houder van de kerfstok bij een winkelier op krediet gekocht had; veelal in stellen van twee, een voor de winkelier en een voor de koper, waarvan de kerven overeen moesten stemmen: brood op de — halen; de — afdoen, de schuld die hij aanwijst betalen; op een nieuwe — kopen, een oude schuld afdoen en een nieuwe maken; (fig.) hij heeft veel op zijn -, hij heeft veel schuld, (thans) veel misdreven; ik wil dat niet op mijn hebben, ik wil daarvoor geen verantwoording aanvaarden.

< >