Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Kemper, jonkheer Joan Melchior

betekenis & definitie

Ned. staatsman, *26.4.1776 Amsterdam, ♱20.7.1824 Leiden; vader van J.de →Bosch Kemper. Kemper behoorde tot de patriotten.

Als hoogleraar natuur-, staatsen volkenrecht (o.a. van 1809—24 te Leiden) oefende hij grote invloed uit op zijn leerlingen, onder wie Groen van Prinsterer, Thorbecke, De Kempenaer, Luzac en Donker Curtius. Kemper verzette zich in 1806 tegen de Franse inlijvingsplannen, was in nov. 1813 een van de voornaamste figuren van de omwenteling in Amsterdam en stelde de proclamatie van dec. 1813 op, waarbij prins Willem van Oranje tot soeverein vorst (koning Willem l) werd uitgeroepen. In 1814 werd Kemper president van de commissie van samenstelling der Algemene Wetboeken, in 1817 lid van de Tweede Kamer, waar zijn liberale gezindheid bleek. Zijn ontwerp voor een nationaal BW werd in 1820 door de Staten-Generaal verworpen. Werken: Gesch. der deliberatiën over het ontwerp van het BW voor het koninkrijk der Nederlanden (2dln. 1820—21). Uitgave: Verhand., redev. en staatk. geschr. van jhr.J.M.Kemper, door J.de Bosch Kemper (3 dln. 1835-36).LITT: J.W.A.Naber, J.M.Kemper (1913); J. Brandt-van der Veen, Het Thorbecke-Archief (2 dln. 1955-62).

< >