Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Kempenaer, Jacob Mattheüs de

betekenis & definitie

Ned. politicus, *6. 7.1793 Amsterdam, ♱11.2.1870 Arnhem. De Kempenaer werd advocaat.

Hij was van 1844-48 lid van de Tweede Kamer, behoorde tot de →negenmannen van 1844 en kreeg in 1848 zitting in de commissie tot voorbereiding van de grondwetsherziening. Van 1848—49 was hij minister van Binnenlandse Zaken in het liberale kabinet-Donker Curtius-De Kempenaer. Hij raakte van Thorbecke verwijderd en werd tenslotte conservatief. Als zodanig was hij van 1853—60 opnieuw lid van de Tweede Kamer.

< >