Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Kemp, Petrus Johannes (Pierre)

betekenis & definitie

Ned. letterkundige, *1.12.1886 Maastricht, ♱21.7.1967 Maastricht. Kemp was aanvankelijk plateelschilder in de keramische industrie, vervolgens was hij tot 1945 beambte bij de mijn Laura te Eijgelshoven.

Kemp debuteerde in 1914 met de bundel poëzie Het wondere lied. Pas in 1934 volgde zijn ‘tweede debuut’. Kemp drukt zich bij voorkeur uit in korte, geserreerde gedichten van een bijna oosterse geslotenheid. Door het associërende karakter van zijn werk en de spontaneïteit ervan werd hij vaak door opeenvolgende generaties dichters als geestverwant gezien. De in Maastricht opgerichte Pierre Kempstichting verzorgde o.a. de uitgave van enkele van zijn bundels. Werken: Het wondere lied (1914), Stabielen en passanten (1934), Fugitieven en constanten (1938), Transitieven en immobielen (1940), Standard-book of classic blacks (1946), Engelse verfdoos (1956), Vijf families en één poederblauw (1958). Uitgave: Verz. werk (3 dln. 1976).LITT: Pierre Kemp-nummer Roeping (1961); H. G.M.Prick, P.J.Kemp (in: Jaarb. Mij. Ned. Letterk. 1971—72); P.Kemp: Schrijversprentenboek 7 (1971).

< >