eigenlijk: Van Mansdale, Zuidned. geslacht van bouwmeesters en beeldhouwers, meestal ingeschreven in het ambacht van de steenbikkers (‘steenbickeleren’) te Brussel. Op hun naam staan vele en belangrijke bouwwerken, zowel burgerlijke als religieuze in de Noordelijke en in de Zuidelijke Nederlanden.
De opdrachten gingen vaak over van vader op zoon. Soms werkten zij in samenwerking met andere bouwmeesters of werden hun ontwerpen door anderen uitgevoerd (afb.). Hun voornaamste scheppingen zijn te Lier: de Sint-Gumrnaruskerk; te Mechelen de Sint-Romboutstoren, de kerk van Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijle, het laatgotisch paleis van Margareta van Oostenrijk, het Hof van Busleyden; te Leuven: het Vleeshuis; te Hoogstraten: de Sint-Catharinakerk en het kasteel van Antoon de Lalaing; te Gent: het stadhuis; te Zierikzee: de toren; te Alkmaar: de Sint-Laurenskerk; te Middelburg: het stadhuis; te Veere: het raadhuis; te Bergen op Zoom: het Markiezenhof. Rombout I (♱1489) was glasschilder, andere leden van de familie Keldermans waren vooral steenhouwers of beeldsnijders. Jan I (♱1425) leverde de nog bestaande gebeeldhouwde kraagstenen van het Schepenhuis te Mechelen. Andries l (1481?) maakte de doksalen te Bergen op Zoom en te Mechelen (Kathelijnekerk en Sint-Romboutskerk) alsmede een altaar voor de Sint-Pieterskerk te Leuven met daarop het Laatste Avondmaal van Dirk Bouts.
Op naam van Rombout II (♱1531) staan de monumentale schoorsteenmantel in het Markiezenhof te Bergen op Zoom, die belangrijk is voor de studie van de aanvang van de renaissance in de Nederlanden, en Kasteel Vreeburg te Utrecht (1529); Matthijs II (♱ca.1525) maakte samen met Jean de Bourgogne het doksaal te Bourbourg. Van het doksaal in de Sint-Janskerk te Tervuren, dat in 1525 besteld werd bij Matthijs II zijn belangrijke fragmenten bewaard gebleven. De Leuvense beeldsnijder Jan Beyaert werkte hieraan mee. Ondanks de late datum behoren de tien reliëfs met passietaferelen tot het laatgotische maniërisme, waarbij slechts enkele details naar de renaissance verwijzen. Bij Laureys II (♱1534) werden twee retabels besteld voor de abdij van Averbode.De afstammelingen van Jan II (♱1445), m.n. Andries I, Matthijs I, Rombout I en Jan III, weken meer en meer van de tamelijk klassieke bouwprincipes van de Brabantse gotiek af en pasten een overdadige versiering toe, de ‘late keldermansstijl’. LITT. D. Roggen en J.Withof, Grondleggers der Brabantsche gothiek (1944); J.Squilbeck, Notices sur les artistes de la Familie Van Mansdale dite Keldermans (in: Hand. Kon. Kring voor Oudheidk. van Mechelen, 1952—53).