[foutieve vernederlandsing, →bat. sectio caesarea, →caedo, snijden], v./m. (-n), een verloskundige operatie waarbij de vrucht uit het lichaam van de moeder wordt genomen via een opening in de buikwand en de baarmoeder.
(e) Pas in de 16e eeuw schijnt de keizersnede op levende vrouwen te zijn toegepast. De moederlijke sterfte bij een keizersnede was vóór de 20e eeuw angstwekkend hoog ten gevolge van bloeding en infectie ; het is evenwel een van de veiligste heelkundige ingrepen geworden. Een van de belangrijkste indicaties voor keizersnede is de foeto-pelvische disproportie, waarbij de bekkendoorgang te klein of het kinderhoofd te groot is voor een veilige geboorte langs vaginale weg. Het is mogelijk meer dan eenmaal de keizersnede uit te voeren bij dezelfde vrouw.