m. (-s, -en),
1. (vroeger) wat iemand toegedeeld wordt, m.n. bij de verdeling van een nalatenschap;
2. stuk, perceel waarin bedijkt of drooggelegd land verdeeld wordt voor de verkoop, ook met betrekking tot de verdeling door sloten (e);
3. elk van de gedeelten waarin een partij goederen voor de verkoop, b.v. op een veiling, is gesplitst, kaveling.
(e) Een kavel behoort toe aan één eigenaar of is in gebruik bij één landbouwbedrijf. Een kavel kan zijn onderverdeeld in verschillende gebruikseenheden, percelen genaamd, en wordt vaak begrensd door een weg of een waterlozing, soms alleen door een niet zichtbare, kadastrale grens. →verkaveling, →ruilverkaveling.