Belg. politieke groepering in de 19e eeuw, tot 1921. De rooms-katholieken traden vanaf 1825 op als parlementaire groep, maar werden pas in 1884 een representatieve, permanente en nationale organisatie.
Na 1830 was het roomskatholicisme in België overwegend liberaal getint. Zij achtten aanvankelijk partijvorming overbodig omdat zij zich beschouwden als vertegenwoordigers van de gehele natie en niet uitsluitend van de katholieken; velen van hen kantten zich tegen het partijensysteem en stelden vertrouwen in de grondwet, die vrijheid van eredienst en onderwijs verzekerde. De successen van de liberalen en het liberale radicalisme, dat in de jaren 1860 en 1870 zowel anticlerikale als antigodsdienstige propaganda voerde, brachten vele katholieken ertoe voorstander te worden van een sterke confessionele partij. De congressen te Mechelen (1863,1864,1867) legden een ideologische basis (o.a. op onderwijsgebied) en activeerden het verlangen tot gezamenlijke katholieke actie. In 1878 gingen een aantal katholieke organisaties samen in de Federatie van de Katholieke Kringen en Conservatieve Verenigingen, in het teken van de →schoolstrijd, gevoerd tegen de liberale regeringspolitiek. Het succes bij de verkiezingen van 1884 vestigde een unitaire katholieke partij. Tot 1884 werden de verschillende katholieke organisaties vooral gekenmerkt door de grote invloed van het episcopaat, verdediging van de grondwettelijke vrijheden als garantie van de godsdienst en van de autonomie van de christelijke liefdadigheid, economisch liberalisme en sociaal conservatisme.Ca. 1884 was het katholieke programma nog vrij vaag: getrouwheid aan de grondwet, verdediging van het vrije onderwijs en de gemeentelijke autonomie, mogelijke uitbreiding van het kiesrecht. Van 1884-1914 heeft de KP onafgebroken de volstrekte meerderheid gehad. Zij kende grote interne tegenstellingen, hoofdzakelijk veroorzaakt door sociale problemen. Reeds voor 1914 evolueerde de KP in de richting van een organisatie op basis van de standenvertegenwoordiging. In 1921 werd de KP gereorganiseerd tot de →Belgische Katholieke Unie, op basis van de standenvertegenwoordiging. LITT. G.Guyot de Mishaegen,Le Parti Cath.
Belge de 1830 à 1884 (1946); K.van Isacker, Werkelijk en wettelijk land. De katholieke opinie tegenover de rechterzijde 1863-84 (1955); A.Simon, Le Parti Cath. Belge 1830-1945 (1958).