Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

karos

betekenis & definitie

[➝Ital. carozza], v./m. (-sen), rijk uitgevoerde pronkkoets, op riemen; reisen staatsiewagen ⓔ; (dicht.) voertuig van een godheid, wolkenwagen.

ⓔ De karos ontwikkelde zich in het begin van de 16e eeuw uit de koets. Boven een lang vierwielig onderstel hing de met een baldakijn overdekte ruime kast in vier riemen. Later kwamen er zijpanelen of ramen, portieren en een bok. De vering bleef op riemen, maar wijzigde zich wel. Oorspronkelijk was de karos een vorstelijk rijtuig, later reden ook adel en aristocratie er in. De bespanning was met 6—8 paarden.

< >