een uit Zuid-China afkomstig volk in Birma, dat woont rondom de Irrawaddy-delta, langs de Birmaanse kust en in het Karengebergte. De Karen zijn patrilineair georganiseerd en matrilokaal.
De bergdorpen bestaan uit één groot huis, waarin tien tot twintig families wonen; aan het hoofd hiervan staat een dorpsoudste met beperkte macht. De baptistenzending werkt sinds 1820 met groot succes onder de Karen. De nieuwbekeerden werden door de Birmanen vervolgd, daar het nieuwe geloof de vele stammen verenigde in een zelfbewuste en een zich snel ontwikkelende groep. Nadat Birma een onafhankelijke staat geworden was (1948), ontstond er tussen de regering en de Karen een gewapend conflict, dat leidde tot een autonome status van de Karen binnen de Unie van Birma.LITT: H.I.Marshall, The Karen people of Birma (1922); San C.Po, Burma and the Karen (1928); G.O.Young, The hill tribes of Northern Thailand (1961); F.R.van der Mahden, Religion and nationalism in Southeast Asia (1963).
