Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kanoetstrandloper

betekenis & definitie

m. (-s), (ook: knot) Calidris canutus, een trekvogel die behoort tot de snipachtige vogels (Charadriidae), ter grootte van een lijster, met korte snavel.

(e) De kanoetstrandloper verblijft in het uiterste noorden van Amerika en Eurazië. In Nederland en België trekt hij veel door en overwintert en overzomert er ook. Vele kanoetstrandlopers trekken ver zuidwaarts, b.v., tot Zuid-Afrika.

< >