[Egyptisch, westland, of: land van purper], het beloofde land, het land van het oude Israël tussen Jordaan en Middellandse Zee. De naam komt reeds voor in Egyptische teksten van de 16e eeuw v.C. en in de Amarnabrieven (ca. 1400 v.C.;→Amama).
Reeds in 3000 v.C. waren er steden in Kanaän. Van de 13e-lle eeuw v.C. werd Kanaän gedeeltelijk veroverd door de Israëlieten (Joz.1-12) en in de 12e eeuw v.C. bepaalde kuststreken door de Zeevolken. Vele ommuurde steden van Kanaän, zoals →Byblos, →Megiddo en →Jericho zijn opgegraven.
Met de tale Kanaäns wordt bedoeld het spraakgebruik der vromen, meestal in spottende zin: taal doorspekt met bijbeltermen, hoogdravende taal.