m. (-len), ruimte in een boerderij, waar de kalveren worden ondergebracht.
(e) In kalverstallen worden de pas geboren kalveren vaak in eenlingboxen gehouden. Op iets oudere leeftijd komen ze in grotere boxen in groepen van ongeveer gelijke leeftijd en grootte bij elkaar. In oude boerderijen is de kalverstal vaak een door schotten, stropakken of hekken af gezet gedeelte van de schuur. Een speciale kalverstal is die voor mestkalveren. Dit is een goed geïsoleerd, geventileerd en meestal ook te verwarmen gebouw, waarin de kalveren in houten boxen worden gehouden om met een melkvervangend preparaat tot op een gewicht van ca. 150 kg te worden gemest.