Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kabel

betekenis & definitie

m. (-s), 1. dik touw, gewoonlijk uit drie dunne touwen, die elk weer uit drie strengen bestaan, ineengedraaid, of uit staaldraad gevlochten kabel (of draadkabel) ⓔ, m.n. ankertouw of -kabel: de — vieren, korten, thuis halen, kappen; de — is onklaar, er is een knoop in; er is, er komt een kink in de —, (fig.) een beletsel, een onverwachte hindernis; de derde streng maakt de —, zelfs na tweemaal mislukt te zijn, moet een goede zaak niet worden opgegeven; (ook) de derde man brengt de praat aan; zo grof als een —, ruw, onbehouwen;

2. elektrische leiding, coaxiale —, voor het overbrengen van signalen van hogere frequenties; eenaderige —, met één geleidende kern ⓔ;
3. ornament in de vorm van een kabel, versiering door kabelsteek van breiwerk;
4. zware ketting, kabelketting.

ⓔ ELEKTROTECHNIEK. Voor elektriciteitskabels ➝elektrische leiding. Voorzover het telecommunicatietechniek betreft bedoelt men met kabels meestal telefoonof telegraafkabels, die dan uit vele aders kunnen bestaan. Daarnaast kent men de zgn. ➝coaxiale kabel of lintkabel, die gebruikt wordt voor het overbrengen van signalen van hogere frequenties zoals toegepast bij de radio en de televisie (➝kabeltelevisie).

TECHNIEK. De kabels van touwwerk van meer dan 40 mm dikte heten trossen, die weer onderscheiden worden in lichte meeren verhaaltrossen en zware sleeptrossen. Het is van belang dat nat touwwerk goed gedroogd wordt. Zoetwater is nadeliger dan zoutwater; om deze reden worden trossen na regen met zoutwater af gespoeld.

Een uit staaldraad gevlochten kabel, ook draadkabel genoemd, is soms, om eventueel plotseling optredende krachten op te vangen, om een hennepkern (ziel) gevlochten, waardoor een grotere rek mogelijk is. Van gelijkslagkabels zijn de draad van de streng en de streng in dezelfde draairichting links, of rechts, geslagen; van kruisslagkabels is de draad van de streng tegengesteld aan de streng geslagen. Ze zijn in elke lengte verkrijgbaar uit één stuk, veel toegepast als hijskabel, draagen trekkabel, voor transport-kabelbanen, hangkabels voor hangbruggen en spankabels in de scheepsbouw. Bij gebruik van staaldraad is de trekvastheid ca. 1370—1670 N/mm2 (140—180 kgf/mm2), de toe te laten belastingsspanning ⅙ daarvan. Geleverd worden normale ronde en platstrengkabels. Bij de zeer zware kabels maakt men soms gebruik van de zgn. gesloten kabel, die een dicht en glad oppervlak heeft, waardoor uiterst geringe slijtage optreedt, terwijl gebroken draden niet buiten het oppervlak kunnen uitsteken door de eigenaardige vorm der omhullende, met sponningen langs elkaar liggende, buitendraden; bovendien kan voor een bepaalde last bij gesloten kabels een kleinere middellijn worden gekozen dan bij de andere soorten.

De schijfdiameter van een kabelschijf moet bij gebruik van staal in het algemeen 20-26 maal zo groot worden genomen als de kabeldiameter. Het voordeel, verbonden aan het gebruik van staaldraad ten opzichte van kettingen, bestaat in het geleidelijk zonder schokken open aflopen van de reep op trommels en schijven. Men gebruikt in de brugbouw voornamelijk twee soorten, een kabel waarbij de draden in elkaar gedraaid zijn, zodat elke draad een schroeflijn met grote spoed vormt, ofwel een kabel waarbij de draden parallel naast elkaar liggen (parallelkabels); deze worden omspannen met week staaldraad, jute, rubber e.d.

< >