Frans Wilhelm, Ned. natuuronderzoeker, *26.10.1809 Mansfeld, ♱24.4.1864 Lembang; van Duitse afkomst. Junghuhn studeerde medicijnen, werd wegens een duel gevangen gezet, maar ontvluchtte na een jaar en ging naar Algiers, waar hij in het vreemdelingenlegioen diende.
Hij kwam tenslotte in Nederland, vanwaar hij als officier van gezondheid naar Java vertrok (1835), waar hij al spoedig aan de Natuurkundige Commissie werd toegevoegd. Junghuhn hield zich bezig met etnologisch, geologisch en botanisch werk. Tijdens een langdurig verblijf in Nederland liet hij zich naturaliseren. Hij keerde in 1855 naar Java terug, en werd toen inspecteur van de kinacultuur. Hij was deïstisch vrijdenker en medeoprichter van De Dageraad (1855). Hij schreef het misschien wel beste werk dat ooit over de natuurlijke historie van Java verscheen: Java. Zijne gedaante, zijn plantengroei en inwendige bouw (4 dln., atlas, 1849—54).