Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

juffrouw

betekenis & definitie

(in de vocatief, zonder de naam gebruikt, is de accentuering juffrouw), v. (-en),

1. (voorheen) titel van iedere vrouw uit de deftige stand; (later) ben. voor een ongehuwde vrouw van bep. leeftijd (tegenwoordig nauwelijks meer gebruikt): dank u wel m.n. gezegd bij het verlaten van een winkel;
2. dochter des huizes: voor de — was Saartje nog banger dan voor mevrouw;
3. huishoudster: daar zorgt de — voor; hospita;
4. kinderjuffrouw, gouvernante; onderwijzeres: wij hebben vrij, de — is ziek.

< >